Miljoenennota 2026: wat betekent dit voor energie, klimaat en bedrijven?

Leestijd: 6 à 8 minuten

De Miljoenennota 2026 zit vol maatregelen die van invloed zijn op de manier waarop bedrijven, energieleveranciers, organisaties en gemeenten met energie, duurzaamheid en CO₂ omgaan. Het gaat hier om de grote industrie, glastuinbouwers, afvalverwerkers, warmtebedrijven, transporteurs en de sector hernieuwbare energie. Ook onderwerpen als netcongestie, energiezekerheid en energiebelasting komen nadrukkelijk aan bod. Wij hebben de belangrijkste ontwikkelingen voor u op een rij gezet.

Industrie

Het kabinet stelt de nationale CO₂-heffing voor de industrie feitelijk buiten werking. De heffing blijft op papier bestaan, maar is zo aangepast dat bedrijven er nauwelijks nog door geraakt worden. Bedrijven mogen meer uitstoten voordat ze worden aangeslagen, en de vrijgestelde hoeveelheid CO₂ daalt weliswaar jaarlijks, maar de meeste bedrijven vallen er voorlopig buiten. Tegelijk verlengt het kabinet de regeling voor lagere elektriciteitskosten voor grote stroomgebruikers die willen elektrificeren met een jaar. Bedrijven hebben nog steeds te maken met Europese instrumenten als ETS en CBAM. Bedrijven krijgen hiermee tijdelijk lucht in hun kosten, maar blijven afhankelijk van Europese regels. Investeringen in verduurzaming kunnen hierdoor worden uitgesteld, waardoor het risico ontstaat dat Nederland zijn klimaatdoelen niet haalt.

Glastuinbouw

De glastuinbouw maakt een grote transitie: de huidige CO₂-heffing wordt afgeschaft per 2027, maar daar komt het Europese ETS2 voor in de plaats. Tegelijkertijd is er een envelop voor compensatie. Dit is een grote structurele wijziging in prikkels voor glastuinbouw. Voor bedrijven betekent dit een fundamentele verandering: emissiereductie wordt verhandelbaar via ETS2, maar er ontstaat ook meer onzekerheid rond kosten en compensaties.

Afvalketen 

Afvalverbrandingsinstallaties krijgen te maken met een aanscherping: de CO₂-heffing loopt op tot bijna €300 per ton in 2030, waarbij vrijstellingen worden afgebouwd. Dit betekent stijgende kosten voor afvalverbranding en dus een extra prikkel om afvalstromen te verminderen, scheiding te verbeteren of alternatieve verwerkingsmethoden te zoeken. Bedrijven en gemeenten krijgen hogere verwerkingskosten doorberekend en worden extra gestimuleerd om circulaire alternatieven te ontwikkelen.

Warmtebedrijven

Warmtebedrijven krijgen meer zekerheid dankzij een aanpassing van de energiebelasting: ook bij tijdelijke terugval in duurzaam opgewekte warmte geldt een overgangsregeling. Dat voorkomt fiscale klappen tijdens de verduurzaming van stadswarmtenetten. Dit zorgt voor meer ruimte om langetermijninvesteringen in duurzame warmte te plannen, waarbij gemeenten en warmtebedrijven moeten versnellen om de warmtetransitie waar te maken.

Transport en logistiek

De tijdelijke verlaging van brandstofaccijnzen wordt verlengd tot 2027. Dat scheelt kosten voor transporteurs, maar verduurzaming blijft daardoor achter. Ook sneuvelt de introductie van rode diesel, waar de landbouwsector op hoopte. Tegelijk wordt de verplichte CO₂-kilometerregistratie voor bedrijven tot 250 medewerkers geschrapt, wat de regeldruk voor het mkb verlaagt. Voor bedrijven betekent dit minder administratieve lasten en tijdelijke financiële verlichting, waardoor er ruimte ontstaat om te investeren in elektrificatie en efficiëntie.

Netcongestie

De Miljoenennota erkent wat ondernemers al ervaren: netcongestie is een van de grootste remmen op de energietransitie en op het verdienvermogen van Nederland. Netcongestie brengt vertraging en hogere kosten voor bedrijven, gemeenten en energieprojecten met zich mee. Het kabinet werkt aan een ontwikkelstrategie voor grootschalige infrastructuur die de ontwikkeling van Nederland moet faciliteren.

Hernieuwbare energie

Het demissionaire kabinet laat het eerdere doel van een volledig CO₂-vrije elektriciteitsvoorziening in 2035 los. De combinatie van hoge kosten en risico’s voor de leveringszekerheid blijkt te zwaar te wegen. Daarmee verdwijnen ook de plannen voor een waterstofbijmengverplichting in gascentrales en de bijbehorende subsidie.

Verder kiest het kabinet voor een trendbreuk bij wind op zee: er komt bijna €1 miljard subsidie om de bouw van twee nieuwe windparken mogelijk te maken. Daarnaast werkt de minister aan een contract for difference-regeling die vanaf 2027 in werking kan treden. Dit biedt nieuwe kansen voor energiebedrijven en industrie om in wind en elektrificatie te investeren, maar de realisatie hangt af van de snelheid waarmee netbeheerders en gemeenten knelpunten kunnen oplossen.

Ook wordt een kortingsregeling voor grote stroomgebruikers die willen elektrificeren verlengd tot 2028. Daarvoor wordt €150 miljoen uit het klimaatfonds beschikbaar gesteld. Grootverbruikers krijgen hiermee steun, maar investeringszekerheid blijft achter bij buurlanden.

Structurele vermindering energiebelasting

Om de energierekening op de lange termijn beter beheersbaar te maken, kiest het kabinet voor een structurele verlaging van de energiebelasting met €100 miljoen per jaar. Eerder lag er nog een plan om drie jaar lang incidenteel €200 miljoen te verlagen, maar dat is van tafel. Het signaal is duidelijk: liever een blijvende verlichting dan een korte tijdelijke impuls. Dit in de wetenschap dat elektriciteitskosten hoog blijven. Energie-intensieve bedrijven krijgen hiermee verlichting, maar blijven geconfronteerd met structureel hoge energiekosten.

Energiezekerheid en fondsen

Middelen uit het Tijdelijk Noodfonds Energie worden verschoven richting een publiek energiefonds en het Europese Social Climate Fund. Dat opent mogelijk nieuwe subsidielijnen en cofinanciering voor projecten die bijdragen aan energiezekerheid en verduurzaming. Bedrijven en gemeenten krijgen mogelijk toegang tot nieuwe financiering, maar details en voorwaarden zijn nog onzeker.

Haalbaarheid klimaatdoelen onder druk

Naast de Miljoenennota kwam op dinsdag 16 september ook de nieuwse Klimaat- en Energieverkenning (KEV) van het PBL uit. Volgens de KEV is het nog maar zeer onwaarschijnlijk dat Nederland de klimaatdoelen voor 2030 haalt. Het reductiepercentage blijft steken tussen 45% en net geen 55%, terwijl 55% wettelijk is vastgelegd. Vertraging bij wind op zee, moeizame verduurzaming van de industrie en onzekerheid rond SDE++-subsidies vergroten de kloof. De Raad van State spreekt van een gebrek aan urgentie en waarschuwt dat het schuiven met ambities voorspelbaarheid en draagvlak ondermijnt. Voor bedrijven betekent dit meer onzekerheid over beleid en subsidiecontinuïteit, die van invloed zijn op de investeringsbereidheid.

Tot slot: van plicht naar kans

De Miljoenennota en aanvullende maatregelen laten zien dat verduurzaming onomkeerbaar is, maar de route verschilt per sector. Waar de ene sector tijdelijk lucht krijgt (industrie, transport, mkb), voelen anderen zwaardere prikkels (AVI’s, glastuinbouw). Voor alle bedrijven geldt: energiebesparing, CO₂-reductie en slimme samenwerking met netbeheerders en ketenpartners zijn niet langer alleen verplichtingen, maar dé strategie om concurrerend te blijven.

Tegelijkertijd is het belangrijk te beseffen dat deze Miljoenennota is opgesteld door een demissionair kabinet. De uiteindelijke koers voor klimaat, energie en investeringen in infrastructuur zal pas duidelijk worden onder een nieuw kabinet, na de verkiezingen op 29 oktober 2025.

energieadviseur enpron in gesprek met klant